geboren Deventer (14-01-1899) vermoord Sobibor (07-05-1943)
Adres
Paul Krügerstraat 7 (voorheen Westersingel 7).
Levensbeschrijving van Gersom
Gersom is een van de vijf kinderen van Heiman Gosschalk en Helena de Wolf.
Op 26e jarige leeftijd vertrekt Gersom uit Deventer naar Leeuwarden, waar hij gaat werken als ambtenaar in het Rijksopvoedingsgesticht. Van 23 februari 1920 tot 23 april 1923 woont en werkt hij daar en staat ingeschreven bij de weduwe mevrouw B. Meiboom. Na drie jaar Leeuwarden keer hij terug naar Deventer. Hij trouwt op 15 november 1933 met Saartje Slager in de synagoge in Steenwijk. Zij gaan wonen in de Hoogehondstraat 85 in Deventer. Na een jaar bevalt Saartje van een doodgeboren kindje. In 1936 wordt hun zoontje Heiman David geboren.
In de loop van 1942 wordt Gersom opgeroepen zich te melden in het werkkamp Vledder. Op 21 augustus laat het gezin zich inschrijven op Westersingel 7 (nu Paul Krugerstraat 7) in Steenwijk. Frans Nipperus is tijdens de oorlog op het Westeinde 7 in Steenwijk buurman van David Slager, de schoonvader van Gersom. Teun Smit voert 30 jaar na dato daarover gesprekken met Frans Nipperus:
“Wij kregen de familie Gosschalk uit Deventer een poosje naast ons wonen in het huis van haar ouders (David Slager) die al waren ondergedoken. De man moest naar het kamp in Vledder. Wij kunnen je wel weg helpen zei ik tegen hem. Maar waarom dan?, was zijn antwoord. We gaan naar Vledder te werken. Ook zijn vrouw zag geen kwaad. Hij ging naar het kamp in Vledder. Zijn vrouw Saartje ging niet direct maar zij moest ook gaan. Zij en Heiman die toen zo’n jaar of zes was, zijn nog een poos bij ons in huis geweest. Ze was heel nerveus, helemaal overspannen. Als de bel ging, vloog zij naar de deur in plaats van binnen te blijven. Dat was te gevaarlijk en kon zij niet langer blijven. Wij hebben toen gezegd als buren: weet je wat wij doen, dat jongetje moeten wij houden. Dat hebben we afgesproken met Bergsma, de politiechef. Bergsma zou dat jongetje op straat vinden en een adres weten. De moeder ging naar de vader. Ze moest naar Vledder toe op bezoek. De vader verbood het. Hij zei ‘nee’. Ik weet niet waar mijn jongetje dan terecht komt. Als we gaan, gaan we met z’n allen. Hij moet maar met moeder meekomen in het kamp. En dat is gebeurd. Ze zijn alle drie vergast. Heiman hadden wij kunnen redden!”
In Deventer komt in 1998 een foto uit september 1942 tevoorschijn waarop Heiman had kunnen staan, maar hij is dan al gevlucht naar Steenwijk. Twee neefjes van Heiman, Bram (14 jaar) en Heiman (11 jaar), kinderen van Henriëtte, de zus van Gersom, staan wel op deze foto.
Maud, zusje van Marlene, dochter van Rika, het nichtje van Heiman was nog een baby toen zij de oorlog overleefde dankzij hun buren die voor haar een onderduikgezin werd. Via haar zijn de familiefoto’s dit jaar ontvangen. Zowel in Deventer als in Steenwijk zullen voor Gersom, Saartje en Heiman struikelstenen worden gelegd.
Wieske Veldhuis
(Bron foto’s: Etty Hillesum Centrum)