geboren Steenwijk (13-05-1894) vermoord Sobibor (07-05-1943)
Saartje
Zoals veel Joden in gebieden met veehouderij zat Saartjes vader in de veehandel. Hij had een slagerij aan de Gasthuisstraat in Steenwijk. Saartje verliet het ouderlijk huis in 1915 en verhuisde naar Wijhe, waar ze was aangenomen als onderwijzeres aan de openbare school. In Wijhe ontmoette ze Gersom Gosschalk, met wie ze op 15 november 1933 trouwde in de synagoge in Steenwijk. Enkele jaren woonden ze samen in Deventer. Daar beviel ze, na een doodgeboren kindje, in 1936 van een zoon die naar beide grootvaders is vernoemd: Heiman David.
In 1942 kreeg Gersom de oproep voor tewerkstelling in het kamp in Vledder. Saartje besloot mee terug te gaan naar de regio waar ze was geboren. Ze huurde een huis in Steenwijk en schreef haar gezin in bij de gemeente. Niet veel later ontsnapte Gersom uit het kamp in Vledder; samen doken ze onder, maar in het voorjaar van 1943 werden ze opgepakt en naar de strafbarak in Westerbork gezonden. Van daaruit vertrokken ze per trein naar het vernietigingskamp Sobibor, waar Saartje op 7 mei is vermoord.
Adres
Paul Krügerstraat 7 (voorheen Westersingel 7).