
Struikelsteen aan de Grachtstraat 4 voor
Vlakbij het Gedenkteken Joodse Steenwijkers stond het huis van Eduard de Leeuw. Op 9 augustus 2017 is hier een steen voor hem gelegd.
Eduard stamde uit een slagersfamilie, die in de Oosterstraat een koosjere slagerij had. Hij werd veehandelaar, maar zijn handel was niet zo succesvol. Hij werd failliet verklaard. Hij vroeg geld bij zijn familie en deed een beroep op de gemeentelijke en Joodse armenzorg. Hij en zijn vrouw Henriëtte gingen wonen in een van de huisjes die hier ooit langs de gracht stonden. Ook in zijn persoonlijke leven ging het Eduard niet voor de wind. Het huwelijk bleef kinderloos en Henriëtte stierf in 1935, 57 jaar oud.
In de oorlog werd Eduards situatie steeds moeilijker. Als Jood kreeg hij geen gemeentelijke ondersteuning. Geld om onder te duiken had hij niet. Hij werd in juli ’43 opgeroepen om in kamp Conrad te gaan werken. Van daaruit is hij via Westerbork naar Auschwitz getransporteerd. Hij werd 62 jaar. Zijn ouders, broers Siegfried en Louis en zus Lien overleefden de oorlog in de onderduik. In de synagoge hier tegenover stond in augustus 1947 Eduards zus Lien met Aron Jacobs onder de choepa. Het was het laatste huwelijk dat in de synagoge werd gesloten. Hun zoon Benyomin is de bekende Opperrabbijn Jacobs.
Adoptie steen
De steen is geadopteerd door de Protestantse Gemeente Steenwijkerwold.



Adres
Plaats aan de gasthuislaan (voorheen Grachtstraat 4, in de volksmond Gangkien 4)
Op de plek van het huis is later de Grachtveste gebouwd.