geboren Steenwijk (04-04-1880) vermoord Auschwitz (22-10-1942)
Adres
De Grachtstraat liep van de Gasthuislaan naar de Westwijkstraat, waar de Hogewalkerk staat.
Het was een smal straatje met aan één kant de gracht en aan de andere kant kleine huisjes: voorkamer, slaapkamertje, keukentje en erboven een tochtige bovenverdieping waar ook werd geslapen
De Grachtstraat heette in de volksmond ’t Gaangkien. Vanuit de woning van Moos de Vroome is de foto hieronder gemaakt van de Grachtstraat. De woning van Eduard de Leeuw is gemarkeerd met een pijl.
Eduard stamde uit een heel oude Joodse familie in Steenwijk die al in 1771 een koosjere slagerij had opgericht. Zijn vader had in de Oosterstraat een koosjere slagerij die werd voortgezet door Eduards broer Siegfried. Eduard werd veehandelaar, maar zijn handel was niet zo succesvol. Hij werd failliet verklaard. Hij vroeg geld bij zijn familie en deed een beroep op de gemeentelijke en Joodse armenzorg. Hij en zijn vrouw Henriëtte De Leeuw-van der Wijk gingen wonen in een van de huisjes die hier ooit langs de gracht stonden. Ook in zijn persoonlijke leven ging het Eduard niet voor de wind. Het huwelijk bleef kinderloos en Henriëtte stierf in 1935, 57 jaar oud.
In de oorlog werd Eduards situatie steeds moeilijker. Als Jood kreeg hij geen gemeentelijke ondersteuning. Geld om onder te duiken had hij niet. Hij werd in juli ’43 opgeroepen om in kamp Conrad te gaan werken. Van daaruit is hij via Westerbork naar Auschwitz getransporteerd. Hij werd 62 jaar. Zijn ouders, broers Siegfried en Louis en zus Lien overleefden de oorlog in de onderduik. In de synagoge hier tegenover stond in augustus 1947 Eduards zus Lien met Aron Jacobs onder de choepa. Het was het laatste huwelijk dat in de synagoge werd gesloten. Hun zoon Benyomin is de bekende Opperrabbijn Jacobs.