Struikelsteen aan de Kornputsingel 28 voor
Wat Moshë Lewkowitz vertelde over zijn grootouders voordat hij het kaddisj uitsprak bij de steenlegging aan de Kornputsingel:
Mijn naam is Moshé Lewkowitz. Ik ga iets vertellen over de Joodse bewoners van dit huis en na afloop daarvan ter nagedachtenis het Kaddisj gebed uitspreken.
In het huis waarvoor we nu staan, woonden – tot in het begin van de tweede Wereld Oorlog – mijn grootvader Maurits de Leeuw , mijn grootmoeder Regina de Leeuw Elzas en mijn moeder Marie Lewkowitz de Leeuw. De 5 jaar oudere broer van mijn moeder, mijn oom Simon Marcus de Leeuw, was al enkele jaren voor het begin van de oorlog uit huis gegaan en met zijn vrouw Frieda Bernhard in Amsterdam gaan wonen.
Maurits de Leeuw , mijn grootvader, werd in 1887 in Steenwijk geboren als oudste zoon van Simon de Leeuw en Kaatje Kan. Na enkele jaren als kind meegeholpen te hebben in de manufacturen -winkel van zijn ouders, werd hij handelsreiziger en vertegenwoordiger bij de firma Polak, die vooral aan bakkerijen kruiden en kruidenmengsels verkocht. Deze firma was gevestigd in Steenwijk, maar had een landelijke bekendheid. Het rayon van mijn grootvader strekte zich uit van Overijssel tot ver in de Achterhoek. Tijdens een dansfeest daar in de Achterhoek, maakte hij kennis met de 11 jaar jongere Regina Elzas uit Borculo, die later zijn vrouw zou worden. Zij was een dochter van Abraham Elzas en Marie van Engel
Zij trouwden in 1909 te Borculo en namen hun intrek in dit huis. In 1910 werd hun eerste kind geboren , Simon Marcus de Leeuw en 5 jaar later in 1915 kregen zij nog een dochter, Marie . En heel veel jaren later zou deze Marie dus, mijn moeder worden..
Op de enige familie -foto die er van dit gezin nog bestaat …..al is die helaas wel erg donker …ziet u de ouders Maurits en Regina met hun kinderen Simon en Marie. De foto is helaas niet van een datum of jaar voorzien, dus ook ik kan alleen maar een schatting doen , dat Simon hierop -/+ 11 tot 13 jaar zal wezen en Marie 6 of 8 jaar. Omstreeks 1926 of 1928 ???
In het gezin speelden de Joodse tradities en Godsdienst een belangrijke rol:
Maurits was actief lid van de Kerkenraad en van de onderwijscommissie van de Steenwijkse Synagoge en Regina was actief in de vrouwenvereniging , die o.m. de zorg had voor het verrichten van Joodse rituelen , als er iemand was overleden. Er bestonden daarnaast ook diverse andere sociale contacten zoals vrienden waarmee op zaterdagavonden het whist-spel werd gespeeld ( het latere bridge) en er werden soms ook “dam” wedstrijden georganiseerd.
Hoewel zowel Maurits als Regina zelf deze kansen als kind niet hadden gekregen, en de baan als vertegenwoordiger zeker geen exorbitant inkomen zal hebben gegenereerd, hebben ze hun kinderen Simon en Marie wel alle mogelijkheden gegeven om zo veel mogelijk te leren en een gedegen opleiding te volgen . Allebei slaagden zij voor het eindexamen HBS -B , Simon mocht daarna geneeskunde in Utrecht studeren en Marie kon worden opgeleid tot apothekers- assistente en ook daarnaast medisch analiste.
Zowel Simon als Marie hadden grote interesse in het vak biologie en gingen regelmatig veldwerk in de natuur doen. Mijn moeder mocht vanaf haar 10’jaar leren piano spelen en hoewel muziekbeoefening in die families geen usance was, hebben zij toen wel voor hun dochter een gloednieuwe piano gekocht.
Toen de oorlog uitbrak was Maurits 52 jaar, Regina 41, Simon 30 jaar en Marie 24 jaar oud.
Zoals alle Joodse mannen uit Steenwijk werd Maurits in april 1942 verplicht te werk gesteld in kamp Conrad te Rouveen. Op 3 oktober 1942 werd het kamp leeggehaald en alle Joodse dwangarbeiders overgebracht naar kamp Westerbork. Zestien dagen later, op 19 oktober 1942 is Maurits gedeporteerd naar Auschwitz en daar drie dagen na aankomst vermoord.
Simon was afgestudeerd als arts en woonde al voor de oorlog met zijn vrouw Frieda Bernhard in Amsterdam. Zij doken samen onder, maar het adres werd verraden. Simon en Frieda zijn allebei gedeporteerd naar Auschwitz. Simon heeft in 1945 terug moeten lopen met de beruchte dodenmarsen waarmee de Duitsers op het eind van de oorlog de mensen door het land joegen. Hij is niet verder gekomen dan Utrecht. Zijn ribben waren kapot getrapt en hij had daarnaast vlektyfus en TBC opgelopen. Hij werd opgenomen in het academisch ziekenhuis van Utrecht maar de artsen konden hem niet meer genezen of redden. Op 36 jarige leeftijd overleed hij in het ziekenhuis op 28 januari 1947.
Regina en Marie doken onder op de Kallenkoterallee. Zij verbleven daar bijna twee en een halfjaar samen in een piepklein kamertje. Dank zij de grote moed van onderwijzeres Anna Rooseboom en haar zieke verloofde Wessel Waardenburg. Het is aan de moed en de grote inzet van deze mensen en daarbij niet te vergeten ook de moed van hun huishoudelijke hulp Sjoukje Kolk te danken , dat zij allebei de oorlog overleefden.
Ook na de oorlog bleef er intensief contact tussen hen. Wessel Waardenburg overleed in 1968. Mijn moeder Marie heeft er voor gezorgd dat in 1977 de bijzondere Yad Vashem onderscheiding werd uitgereikt aan Anna Roseboom en Sjoukje Kolk en (postuum) ook aan Wessel Waardenburg.
Mijn Oma Regina overleed in Utrecht op 12 augustus 1960 op 72 jarige leeftijd. Ik was toen 8 jaar oud .
Mijn moeder Marie is 93 jaar geworden en overleed op 2 maart 2009.
Ter nagedachtenis is de roepnaam van onze oudste zoon (38 jaar) Maurits . De roepnaam van onze jongste kleinzoon (nu ruim 5 maanden oud) is Simon.
Adoptie steen
Deze steen is geadopteerd door de Historische Vereniging Steenwijk.
8331 JT Steenwijk, Nederland