geboren Steenwijk (19-02-1916) gedeporteerd Dossin (20-08-1942) vermoord Niederkirch (23-12-1942)
De mislukte vlucht van Johan Slager en zijn familie
In het kort stond het verhaal al in in onze uitgave ‘De stenen spreken’ maar Johans dochter vertelt hieronder uitgebreid over de poging tot vluchten van haar familie naar Zwitserland het verraad dat zulke dramatische gevolgen had:
Johan Slager uit Steenwijk was gehuwd met Elisabeth Boutelje uit Scheveningen. Toen in juni 1942 de eerste transporten begonnen kreeg Johan samen met andere Joodse Steenwijkers een oproep voor arbeid waar hij geen gehoor aan gaf. Intussen kwam de Haagse familie van zijn vrouw in contact met een Nederlander die voor veel geld de familie naar Zwitserland zou brengen.
Zo probeerde Johan Slager met zijn hoogzwangere echtgenote samen met nog 12 anderen van de familie naar Zwitserland te vluchten. Onder hen waren Naatje Boutelje-Huisman, de schoonmoeder van Johan, Heintje Huisman, zus van Naatje Huisman en kinderen.
In Antwerpen zijn ze verraden en opgesloten in de gevangenis in Antwerpen waar Johans moeder en zijn broer Aron kaliumcyanaat innamen. Die pillen hadden ze bij zich voor het geval dat ze gepakt werden. Saartje overleed op 23 juli 1942 in het ziekenhuis. Ze werd eerst in Antwerpen begraven en later herbegraven in het grensplaatsje Putte. Aron werd ook naar het ziekenhuis gebracht maar herstelde en werd over gedragen aan de SS die hem naar Mechelen stuurde. Hij werd bij het VIII transport vanuit Mechelen richting Auschwitz in Kossel uit de trein gehaald. Het is niet bekend in welk werkkamp in Opper Silezië hij is omgekomen. De Nederlandse instanties houden als datum van zijn overlijden 31 december 1943 aan. De andere familieleden werden overgebracht naar kamp Breendonck,dat tussen Antwerpen en Brussel lag. Zij bleven daar tot 20 augustus. Vanuit dat kamp zijn ze naar het SS-Sammellager in Mechelen gebracht en met diverse transporten naar Auschwitz.
Elisabeth werd 20 augustus 1942 vanuit kamp Breendonck vrijgelaten om haar kind te baren onder de voorwaarde dat ze terug zou komen. Ze werd gebracht naar het Joodse Weeshuis in Brussel, dat onder gezag van de SS stond. Op 31 augustus 1942 baarde ze in het Saint Pierre ziekenhuis in Brussel een dochter. Die kreeg de naam Sarah. Vader Johan zat gevangen. Zodoende heeft hij zijn dochter nooit gekend. Johan werd op 1 september 1942 met transport VII vanuit Mechelen richting Auschwitz gedeporteerd. De trein stopte in het plaatsje Kossel (nu Kedzierzyn-Kozle) ongeveer 80 km ten noorden van Auschwitz. Daar werd hij evenals de andere mannen tussen 15 en 55 jaar uit de trein gehaald voor dwangarbeid. Johan is, waarschijnlijk via Reichsautobahnlager Annaberg naar het dwangarbeiderskamp Niederkirch gebracht. In de collectie van Edward Haduch vond men zijn overlijdensakte gedagtekend op 23 december 1942.
Met hulp van de Belgische ondergrondse hebben Elisabeth en Sarah de oorlog overleefd.
Sarah Katznelson-Slager (Israël)
Toespraak van Sarah Katznelson-Slager voor haar vader Johan Slager (pdf)