Marcus stamde uit een bakkersfamilie. Zijn ouders kregen vijf zonen. Zijn vader Meijer stierf toen Marcus 12 jaar was. Twee maanden later vertrok hij naar Hoogeveen, waar hij bij de broer van zijn moeder in de slagerij werkte. Vervolgens werkte hij als bakkersknecht in Meppel, vervulde hij zijn dienstplicht en werkte hij in Den Haag, waarschijnlijk ook in een bakkerij. Op zijn 28ste kwam hij weer naar Steenwijk, waar zijn moeder Ginette met haar zoon Salomon een koosjere bakkerij in Oosterstraat had.
Marcus trok in bij zijn moeder. Hij trouwde met Jette de Leeuw. Zij stamde uit het Steenwijker geslacht de Leeuw, maar haar familie was na omzwervingen door Friesland uiteindelijk in Amsterdam terecht gekomen. Jette en Marcus namen de bakkerij over en moeder Ginette bleef bij hen wonen tot haar dood in 1924. Er werden vier kinderen geboren: Meijer Asser (Max), Asser die jong stierf, Rosa Ginette en Ginette. In de jaren dertig verhuisden Marcus en Jette naar een woning aan de Meppelerweg, die werd afgebroken voor de aanleg van de rotonde. In september 1942 zijn zij vertrokken naar de broer van Jette in Amsterdam. In mei 1943 zijn ze samen met hem en hun schoonzuster opgepakt en naar de Hollandse Schouwburg gebracht. Een dag later gingen ze op transport naar Westerbork en twee dagen later naar Sobibor, waar ze drie dagen later zijn vermoord. Jette was 64 en Marcus 67.
Hun jongste dochter Ginette werd in 1940 op haar 19e leerling-verpleegster in het joods psychiatrisch ziekenhuis “Het Apeldoornsche Bosch”. Ook haar zus Rosa Ginette werkte daar. Het ziekenhuis stond in de omgeving bekend als “de jodenhemel”, omdat gedacht werd dat de patiënten daar beschermd zouden zijn tegen de anti-Joodse maatregelen van de bezetter. Maar in de nacht van 21 op 2 januari 1943 werden de patiënten met vrachtwagens naar een gereedstaande trein gebracht. Het verplegend personeel stond voor een vreselijk dilemma: blijven we bij onze patiënten of kiezen we voor onze veiligheid? Roos koos voor het laatste. Ginette was een van de personeelsleden die voor hun patiënten wilden blijven zorgen. Zij gingen met dezelfde trein naar Polen. Zij konden echter niets voor hen doen, omdat ze in aparte wagons reisden. Direct na aankomst in Auschwitz stierf Ginette, 22 jaar oud, in de gaskamer. Haar zus Roos overleefde op een onderduikadres. Haar broer Max heeft dankzij een gemengd huwelijk de oorlog overleefd.
Struikelsteen aan de Meppelerweg 98 voor Marcus de Lange
Adoptie steen
Deze steen is geadopteerd door Berry Kuipers.
Struikelsteen aan de Meppelerweg 98 voor Jette de Lange – de Leeuw
Adoptie steen
Deze steen is geadopteerd door de Emmaschool te Steenwijk.
Struikelsteen aan de Meppelerweg 98 voor Ginette de Lange
Adoptie steen
Deze steen is geadopteerd door Fieke Spijkervet-Bruins.
Adres
Plaats ten zuiden van de rotonde Meppelerweg – Gagelsweg (Voorheen Meppelerweg 98, voorheen Meppelerweg 80)
8331 CZ Steenwijk, Nederland