Irisstraat 8

Struikelstenen Irisstraat 2 — Struikelstenen Irisstraat 8

Levie Drukker werd in 1901 in Steenwijk geboren. Zijn vader kwam oorspronkelijk uit Zaandam en zijn moeder, Betje Brest, uit Blokzijl. Vader Levie was slagersknecht geweest in Zaandam en had rond 1910 een slagerij aan de Woldpoort. Levi begon in 1922 zijn loopbaan als onderwijzer op de Baars en werkte daarna op de Wetering.

Levie woonde nog bij zijn ouders maar toen zijn vader stierf in 1938 ging zijn moeder bij haar dochter Reintje in Zwolle wonen. Levie ging in de kost bij zijn oom Salomon de Lange in de Irisstraat.

In augustus 1940 ging Levie werken op een school in Gorredijk/Jubbega. Evenals alle Joodse leraren en ambtenaren werd hij in de herfst van 1940 ontslagen als gevolg van een maatregel van de nazi’s. Hij vertrok naar Deventer en vervolgens in 1941 naar Tilburg waar hij een aanstelling kreeg aan een Joodse lagere school. In april 1942 trouwde hij met Roza Pels uit Arnhem. De Joodse school werd door de Duitsers gesloten en in juni 1943 gingen Levie en Roza op transport naar Vugt, hoogst waarschijnlijk samen met de kinderen van zijn klas. Vandaar gingen zij via Westerbork naar Sobibor, waar zij zijn omgebracht. Roza was 30 jaar, Levie 42. Zijn moeder en zijn zus Reintje met haar gezin werden al eerder vermoord in Sobibor.

Salomon de Lange, de oom van Levie, was bakker evenals zijn vader. Achter zijn huis in de Irisstraat had hij een oven om brood te bakken. Daarnaast was hij sjammes (koster) in de synagoge en inde hij de kerkelijke belastingen bij de leden van de Joodse gemeenschap. Hij trouwde in 1898 met Vrouwtje Brest uit Blokzijl, een zuster van de moeder van Levie Drukker. Salomon en Vrouwtje kregen vijf kinderen. Na de dood van Vrouwtje in 1930 hertrouwde hij met Henriëtte van Gelderen, de dochter van een Leidse slager. Zij was tot zijn dood bij haar vader blijven wonen en daarna vertrok zij achtereenvolgens naar Amsterdam, Den Haag en Breda als huishoudster. 1934 trouwde zij met Salomon en kwam zij in Steenwijk.

Eind 1942 dwong de bezetter hen hun huis te verlaten en kwamen ze terecht in de leegstaande woning van de familie Slager in de Scholenstraat. In april 1943 werden zij opgehaald uit dit huis. Via Vught en Westerbork zijn zij naar Sobibor gestuurd waar zij direct na aankomst zijn gedood. Salomon werd 72 jaar en Henriëtte 66. Vier van de vijf kinderen van Salomon owerden omgebracht in kampen Polen. Alleen de ongehuwde dochter Ginette (Nettie) overleefde doordat ze in Steenwijk kon onderduiken. Ze was kleuterleidster op de Fröbelschool in Steenwijk.