geboren Steenwijk (1907) vermoord Auschwitz (31-10-1944)
Martha werd in 1907 geboren in Steenwijk en groeide hier op. In 1938 vertrok ze naar het Apeldoornsche Bosch om er als muziekpedagoge te werken. Daardoor stond haar naam niet op de lijst van de stichting Stolpersteine Steenwijk. Maar nu is ook haar naam op een steen voor haar woonhuis ter herinnering aanwezig.
Martha’s grootvader, Wolf Stokvis, was leraar in de Joodse gemeente van Steenwijk. Martha’s vader was ondernemer. Als voorzitter van de Oranjevereniging liet hij zijn dochtertje bloemen aanbieden aan koningin Wilhelmina toen die in 1912 op Rams Woerthe werd verwelkomd. Martha was heel muzikaal. Ze gaf pianoles en begeleidde op de piano danslessen in de alcoholvrije salon van De Vroome in de Gasthuisstraat.
In 1938 ging Martha als muziekpedagoge werken in psychiatrisch ziekenhuis het Apeldoornsche Bosch. Vlak voor de ontruiming door de nazi’s in de nacht van 22 op 23 januari 1943 dook ze onder. In het Brabantse Aalst werd ze ruim een jaar later opgepakt en in Westerbork in een strafbarak geplaatst. Evenals Anne Frank werd ze op 3 september in de laatste trein naar Auschwitz gezet. Daar trof ze een achternicht die naast Martha stond toen zij eind oktober door uitputting stierf.
Haar achternicht overleefde en schreef later in Canada haar memoires. De Nederlandse versie van haar boek kreeg de opmerkelijke titel Als ik Hitler maar kan overleven.
Een van de Westerbork Portretten is gewijd aan Martha Culp.
Adres
Noordersingel 12 (voorheen Noordersingel 23)